blog

Waarom niet spreken van hoogbegaafd en extra intelligent?

Een tijdje geleden krijg ik een telefoontje van Ans. Of ze een keer mag langskomen voor een gesprek? Haar collega’s hebben geopperd dat ze ‘hoogbegaafd’ is. En het is niet de eerste keer dat ze dat hoort. Ze heeft ondertussen véél gelezen over het onderwerp en wil graag een klankbord. Maar ik ben ook bang, zegt ze, ik weet niet of ik wel zo slim ben. En eigenlijk interesseert me dat ook niet. Het is vooral dat gevoel ‘een rare’ te zijn en daar in mijn jobs steeds tegenaan te lopen.

Na een viertal gesprekken zie ik een andere Ans. Er is rust, helderheid en richting gekomen. ‘Weet je, Elke, ik heb maanden rondgelopen met die vraag of ik wel zo slim ben. Al mijn energie ging ernaartoe. Nu weet ik dat het niet gaat over slim-zijn, maar over zien wat anderen niet zien en de troeven, de uitdagingen en de valkuilen die je daarin tegenkomt. Eindelijk is er ruimte gekomen voor de vraag: wat wil ik?


Het is het proces dat ik iedere keer opnieuw zie gebeuren. Door in te gaan op de ervaringswereld, de ontwikkelingsweg en de creatieve drive van begaafdheid ontstaat persoonlijk leiderschap.

Wanneer je focust op intelligentie, blokkeer je de ontwikkeling van een berk. Je maakt er een eik van, de hoogste boom van het bos. Altijd slim zijn, geen fouten maken. En daarbij dan al de beelden over wie je hoort te zijn, wat je hoort te kunnen en welke job je hoort te doen.

Ik zie het verlangen om te creëren, om een verschil te maken, om impact te genereren vanuit een non-conformistisch perspectief als de essentie van begaafdheid. Niet een IQ – cijfer. Het woord ‘gifted’ zegt het zelf, iets willen geven van jezelf. Dat vraagt de moed om op een kale grond te gaan staan en de focus om te doen wat je te doen hebt.